Home » De eindtijd » Jezus Christus
Jezus Christus is de persoon om wie het allemaal draait, Hij maakt het verschil en wel in ons voordeel. Degenen die Hem werkelijk liefhebben en volgen, zullen door Jezus verzameld en met Hem meegenomen worden vlak voordat op aarde 'de hel losbreekt'. Tot die tijd zal Jezus nergens op aarde verschijnen, maar later (na de opname van de gemeente) zal Hij opnieuw terugkeren naar de aarde. Niet alleen wordt de gemeente veel verdriet en ellende bespaard door de opname, het is ook al een vooruit verwijzing naar hoe het laatste oordeel zal uitpakken. Of je wel of niet bij Jezus hoort is een verschil tussen leven en dood, ja zelfs tussen eeuwige heerlijkheid (in Gods Koninkrijk) en eeuwige afschuwelijkheid (1). Wat cruciaal is om te beseffen en erkennen, is dat Jezus een mens was maar ook God is (2)! Een deel van God, de Zoon, werd mens en dat was niet zonder reden.
God schiep de aarde en het leven en gaf de mens opdracht om er zorg voor te dragen (3). Wij kwamen echter in opstand, waren eigenwijs en gingen liever onze eigen gang. Deze houding en het bijbehorende gedrag noemt de Bijbel "zonde". God is volmaakt goed, door tegen zijn wil in te handelen, komt automatisch het slechte voort. De wereld en de mensheid leven nu onder een vloek die wij zelf over ons hebben afgeroepen (4). We hebben ons van God afgesneden (5) en missen het goede wat Hij voor ons in gedachten heeft (6). Dat is echter niet Gods wil. De mens had dit probleem veroorzaakt en moest het ook oplossen, maar niemand kon dat doen. Daarom besloot de Schepper tot iets drastisch, Hij zou zelf mens worden om een uitweg te creëren. Dat is gebeurd en wie dat wil kan door Jezus Christus vrede met God maken (7, 8).
Jezus kreeg met dezelfde zaken te maken als wij, maar Hij bleef volkomen gehoorzaam handelen naar Gods wil (9). Zelfs toen dat betekende dat Hij als onschuldige zou moeten sterven in plaats van de schuldigen (wij)! God is niet corrupt, Hij kan onze zonden niet negeren of zomaar terzijde schuiven. Zijn volmaakte rechtvaardigheid maakt dat Hij ons daarom wel zou moeten (ver)oordelen, maar nu heeft Hij op rechtvaardige wijze een andere uitkomst mogelijk gemaakt (10). Via Jezus, dankzij zijn offer (11), kan iedereen behouden worden (12). Een ieder die voor redding zijn of haar vertrouwen in Hem stelt. Dankzij Jezus kunnen we met God worden verzoend, en vanuit een herstelde relatie met Hem leven. We mogen weer in een juiste houding tot God staan, wat dus ook betekent dat we Jezus als de Koning (de Heer) van ons leven accepteren. Hij gaf zichzelf om ons een geweldige toekomst in Gods Koninkrijk te bezorgen! Wie anders zouden wij de leiding over ons leven willen geven? En omdat Jezus opstond uit de dood om voor eeuwig te leven, hebben wij nu een hoop die verder reikt dan de dood. Dat zijn volgelingen de oordelen uit de eindtijd bespaard blijven is geweldig, maar veel belangrijker is dat we dankzij Jezus (straks) de eeuwige heerlijkheid van Gods Koninkrijk beërven (13). En diezelfde toekomst is ook weggelegd voor degenen die, tijdens de grote verdrukking, alsnog tot geloof komen en Jezus persoonlijk aannemen als hun Verlosser en Heer!
(1) | Daniël 12:2 |
Velen van hen die slapen in het stof der aarde, zullen ontwaken, dezen tot eeuwig leven en genen tot versmading, tot eeuwig afgrijzen. | |
(2) | Filippenzen 2:5-8 |
Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus Jezus was, die, in de gestalte Gods zijnde, het Gode gelijk zijn niet als een roof heeft geacht, maar Zichzelf ontledigd heeft, en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen, en aan de mensen gelijk geworden is. En in zijn uiterlijk als een mens bevonden, heeft Hij Zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, tot de dood des kruises. | |
(3) | Genesis 1:26-28 |
En God zeide: Laat Ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis, opdat zij heersen over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over het vee en over de gehele aarde en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt. En God schiep de mens naar zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hen. En God zegende hen en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar en wordt talrijk; vervult de aarde en onderwerpt haar, heerst over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt. | |
(4) | Genesis 3:17-19 |
En tot de mens zeide Hij: Omdat gij naar uw vrouw hebt geluisterd en van de boom gegeten, waarvan Ik u geboden had: Gij zult daarvan niet eten, is de aardbodem om uwentwil vervloekt; al zwoegende zult gij daarvan eten zolang gij leeft, en doornen en distelen zal hij u voortbrengen, en gij zult het gewas des velds eten; in het zweet uws aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de aardbodem wederkeert, omdat gij daaruit genomen zijt; want stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren. | |
(5) | Jesaja 59:1-2 |
Zie, de hand des Heren is niet te kort om te verlossen, en zijn oor niet te onmachtig om te horen; maar uw ongerechtigheden zijn het, die scheiding brengen tussen u en uw God, en uw zonden doen zijn aangezicht voor u verborgen zijn, zodat Hij niet hoort. | |
(6) | Romeinen 3:23 |
Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods | |
(7) | Johannes 14:6 |
Jezus zeide tot hem: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij. | |
(8) | 1 Timoteüs 2:3-6 |
Dit is goed en aangenaam voor God, onze Heiland, die wil, dat alle mensen behouden worden en tot erkentenis der waarheid komen. Want er is één God en ook één middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus, die Zich gegeven heeft tot een losprijs voor allen; en daarvan wordt getuigd te juister tijd. | |
(9) | Hebreeën 4:15 |
Want wij hebben geen hogepriester, die niet kan medevoelen met onze zwakheden, maar een, die in alle dingen op gelijke wijze (als wij) is verzocht geweest, doch zonder te zondigen. | |
(10) | Romeinen 3:21-26 |
Thans is echter buiten de wet om gerechtigheid Gods openbaar geworden, waarvan de wet en de profeten getuigen, en wel gerechtigheid Gods door het geloof in [Jezus] Christus, voor allen, die geloven; want er is geen onderscheid. Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods, en worden om niet gerechtvaardigd uit zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus. Hem heeft God voorgesteld als zoenmiddel door het geloof, in zijn bloed, om zijn rechtvaardigheid te tonen, daar Hij de zonden, die tevoren onder de verdraagzaamheid Gods gepleegd waren, had laten geworden - om zijn rechtvaardigheid te tonen, in de tegenwoordige tijd, zodat Hijzelf rechtvaardig is, ook als Hij hem rechtvaardigt, die uit het geloof in Jezus is. | |
(11) | 1 Johannes 4:10 |
Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon gezonden heeft als een verzoening voor onze zonden. | |
(12) | Romeinen 10:9-13 |
Want indien gij met uw mond belijdt, dat Jezus Heer is, en met uw hart gelooft, dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult gij behouden worden; want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot behoudenis. Immers het schriftwoord zegt: Al wie op Hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd uitkomen. Want er is geen onderscheid tussen Jood en Griek. Immers, één en dezelfde is Heer over allen, rijk voor allen, die Hem aanroepen; want: al wie de naam des Heren aanroept, zal behouden worden. | |
(13) | Romeinen 8:31-39 |
Wat zullen wij dan van deze dingen zeggen? Als God vóór ons is, wie zal tegen ons zijn? Hoe zal Hij, die zelfs zijn eigen Zoon niet gespaard, maar voor ons allen overgegeven heeft, ons met Hem ook niet alle dingen schenken? Wie zal uitverkorenen Gods beschuldigen? God is het, die rechtvaardigt; wie zal veroordelen? Christus Jezus is de gestorvene, wat meer is, de opgewekte, die ter rechterhand Gods is, die ook voor ons pleit. Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking of benauwdheid, of vervolging of honger, of naaktheid, of gevaar, of het zwaard? Gelijk geschreven staat: Om Uwentwil worden wij de ganse dag gedood, wij zijn gerekend als slachtschapen. Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem, die ons heeft liefgehad. Want ik ben verzekerd, dat noch dood noch leven, noch engelen noch machten, noch heden noch toekomst, noch krachten, noch hoogte noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onze Here. |
(1) | Daniël 12:2 |
Velen van hen die slapen in de aarde, in het stof, zullen ontwaken, sommigen om eeuwig te leven, anderen om voor eeuwig te worden veracht en verafschuwd. | |
(2) | Filippenzen 2:5-8 |
Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had. Hij, die de gestalte van God had, maakte er geen aanspraak op aan God gelijk te zijn, maar deed afstand van zijn positie en nam de gestalte aan van een dienaar. Hij werd gelijk aan de mensen, en als mens verschenen heeft Hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood - de dood aan het kruis. | |
(3) | Genesis 1:26-28 |
God zei: 'Laten Wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op Ons lijken; zij moeten heersen over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over het vee, over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt.' God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep Hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep Hij de mensen. Hij zegende hen en zei tegen hen: 'Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de aarde en breng haar onder je gezag: heers over de vissen van de zee, over de vogels van de hemel en over alle dieren die op de aarde rondkruipen.' | |
(4) | Genesis 3:17-19 |
Tegen de mens zei Hij: 'Je hebt geluisterd naar je vrouw, gegeten van de boom die Ik je had verboden. Vervloekt is de akker om wat jij hebt gedaan, zwoegen zul je om ervan te eten, je hele leven lang. Dorens en distels zullen er groeien, toch moet je van zijn gewassen leven. Zweten zul je voor je brood, totdat je terugkeert tot de aarde, waaruit je bent genomen: stof ben je, tot stof keer je terug.' | |
(5) | Jesaja 59:1-2 |
De arm van de HEER is niet te kort om te redden, zijn gehoor niet te zwak om te luisteren - jullie wangedrag is het dat jullie en je God van elkaar heeft gescheiden; door jullie zonden houdt Hij zijn gelaat verborgen en wil Hij je niet meer horen. | |
(6) | Romeinen 3:23 |
Want iedereen heeft gezondigd en ontbeert de nabijheid van God. | |
(7) | Johannes 14:6 |
Jezus zei: 'Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door Mij.' | |
(8) | 1 Timoteüs 2:3-6 |
Dat is goed en welgevallig in de ogen van God, onze redder, die wil dat alle mensen worden gered en de waarheid leren kennen. Want er is maar één God, en maar één bemiddelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus, die zichzelf gegeven heeft als losgeld voor allen, als het getuigenis voor de vastgestelde tijd. | |
(9) | Hebreeën 4:15 |
Want deze hogepriester kan met onze zwakheden meevoelen omdat Hij, net als wij, in elk opzicht op de proef is gesteld, maar dan zonder te zondigen. | |
(10) | Romeinen 3:21-26 |
Maar nu is Gods gerechtigheid, waarvan de Wet en de Profeten al getuigen, zichtbaar geworden buiten de wet om: God schenkt vrijspraak op grond van geloof in Jezus Christus, aan allen die geloven. En er is geen onderscheid. Want iedereen heeft gezondigd en ontbeert de nabijheid van God, en iedereen wordt uit genade rechtvaardig verklaard, om niet, dankzij de verlossing door Christus Jezus. Hij is door God aangewezen om door zijn dood het middel tot verzoening te zijn voor wie gelooft. Hiermee toont God zijn gerechtigheid, want in zijn verdraagzaamheid gaat Hij voorbij aan de zonden die in het verleden zijn begaan, om nu, in deze tijd, zijn gerechtigheid te bewijzen: Hij laat zien dat Hij rechtvaardig is door iedereen vrij te spreken die in Jezus gelooft. | |
(11) | 1 Johannes 4:10 |
Het wezenlijke van de liefde is niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat Hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor onze zonden. | |
(12) | Romeinen 10:9-13 |
Als uw mond belijdt dat Jezus de Heer is en uw hart gelooft dat God Hem uit de dood heeft opgewekt, zult u worden gered. Als uw hart gelooft, zult u rechtvaardig worden verklaard; als uw mond belijdt, zult u worden gered. Want de Schrift zegt: 'Ieder die in Hem gelooft, komt niet bedrogen uit.' En er is geen onderscheid tussen Joden en andere volken, want ze hebben allen dezelfde Heer. Hij geeft zijn rijke gaven aan allen die Hem aanroepen, want er staat: Ieder die de naam van de Heer aanroept, zal worden gered.' | |
(13) | Romeinen 8:31-39 |
Wat moeten wij hier verder over zeggen? Als God voor ons is, wie kan dan tegen ons zijn? Zal Hij, die zijn eigen Zoon niet heeft gespaard, maar Hem omwille van ons allen heeft prijsgegeven, ons dan met Hem ook niet alles schenken? Wie zal Gods uitverkorenen aanklagen? God zelf spreekt hen vrij. Wie zal hen veroordelen? Christus Jezus, die gestorven is, meer nog, die is opgewekt, zit aan de rechterhand van God en pleit voor ons. Wat zal ons scheiden van de liefde van Christus? Tegenspoed, ellende of vervolging, honger of armoede, gevaar of het zwaard? Er staat geschreven: 'Om U worden wij dag na dag gedood en afgevoerd als schapen voor de slacht.' Maar wij zegevieren in dit alles glansrijk dankzij Hem die ons zijn liefde heeft bewezen. Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden noch toekomst, hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die Hij ons bewezen heeft in Christus Jezus, onze Heer. |