Home » De eindtijd » Het 1000-jarige vrederijk
De eerste keer dat Jezus op aarde kwam, was als een kind. Hij kwam niet om te heersen of gediend te worden, maar om te dienen (1). Hij was de bijzondere, gezalfde dienstknecht, beter bekend als de Christus of Messias, wiens komst God ver van tevoren had aangekondigd. Deze aankondigingen waren in eerste instantie wat verwarrend, omdat aan de ene kant werd gesproken over een lijdende knecht (2) en aan de andere kant over een leidende koning (3). Hoe kunnen die twee uitersten nu over één iemand gaan, ging het misschien om twee gezalfde knechten van God? Het ging en gaat echter om één persoon: Jezus Christus. De verschillende beschrijvingen hebben te maken met de twee verschillende periodes dat Hij op aarde is. Jezus zal terugkeren, dat is niet tijdens de opname van de gemeente (waar de gelovigen tot Hem gaan, dankzij zijn toedoen), maar daarna. Om precies te zijn aan het einde van de zeven jaren van verdrukking. Jezus zal de antichrist en zijn machtige dienaar (de valse profeet) verslaan en voor 1000 jaar als koning op aarde regeren (4, 5, 6).
Het is belangrijk om te beseffen dat dit niet het Koninkrijk van God is, want dat is niet van deze wereld (7). Nee, dat zal gevestigd worden op de nieuwe aarde die gaat komen. Bovendien gaat het dan om een eeuwig koninkrijk, en de 1000 jaar dat Jezus op deze aarde regeert is natuurlijk tijdelijk. De regering van Jezus is heel bijzonder, want er zal 1000 jaar vrede zijn. Opmerkelijk is verder dat de Satan in diezelfde periode gebonden is, het wordt hem onmogelijk gemaakt om dan nog zijn invloed uit te kunnen oefenen. Daarnaast zijn de antichrist en de valse profeet van het wereldtoneel verdwenen. Kortom de mensen die dan op aarde leven zullen op bijzondere wijze ervaren, hoe het is als Jezus het voor het zeggen heeft. Eerlijk gezegd is het nu moeilijk om voor te stellen hoe dat zal zijn, het lijkt er namelijk ook op dat een deel van de gebrokenheid en de vervloeking van de schepping opgeheven zijn. En Jezus zal niet alléén regeren. Degenen die in de grote verdrukking voor Hem hebben gekozen en dat met hun leven bekochten, valt de eer te beurt om mede te regeren met Hem.
Tot aan het moment dat wij mensen voor het eerst zondigden, is het daarna nooit meer zo goed geweest op deze aarde als dat het tijdens de regering van de Messias zal zijn. Jezus zal regeren in Jeruzalem, en het volk Israël zal zich massaal bekeren en Hem aanroepen. Zij zullen vergeving en redding ontvangen en voor alle mensen zal het een soort van paradijs op aarde zijn. Althans, misschien niet voor iedereen, want aan het einde van de 1000 jaar zal er iets onvoorstelbaars plaatsvinden. De Satan wordt losgelaten en krijgt nog een laatste keer de mogelijkheid om de mensen te beïnvloeden. Onder haast perfecte levensomstandigheden zou je verwachten, dat mensen geen aandacht meer schenken aan Satans invloed om tegen God in opstand te komen. Helaas blijkt dat niet zo te zijn en zal er nog een groot aantal mensen zijn dat met Satan meegaat in zijn rebellie, ze zullen echter volkomen verslagen worden (8). En de duivel wordt net als zijn twee medestanders voor eeuwig, rechtvaardig gestraft door God (9). Ook de mensen die tot het einde volhard hebben om geen gehoor te geven aan Gods genadeaanbod, zullen hun straf niet ontlopen. God gaat een nieuwe hemel en aarde maken welke volkomen zuiver en goed zijn, en waar dat onder Gods eeuwige regering ook zo zal blijven. Maar eerst vind het laatste oordeel plaats, dan zal definitief worden bepaald wie de eeuwigheid bij God in zijn Koninkrijk mogen doorbrengen.
(1) | Marcus 10:45 |
Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen om Zich te laten dienen, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen. | |
(2) | Jesaja 53:1-12 |
Wie gelooft, wat wij gehoord hebben, en aan wie is de arm des Heren geopenbaard? Want als een loot schoot hij op voor zijn aangezicht, en als een wortel uit dorre aarde; hij had gestalte noch luister, dat wij hem zouden hebben aangezien, noch gedaante, dat wij hem zouden hebben begeerd. Hij was veracht en van mensen verlaten, een man van smarten en vertrouwd met ziekte, ja, als iemand, voor wie men het gelaat verbergt; hij was veracht en wij hebben hem niet geacht. Nochtans, onze ziekten heeft hij op zich genomen, en onze smarten gedragen; wij echter hielden hem voor een geplaagde, een door God geslagene en verdrukte. Maar om onze overtredingen werd hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op hem, en door zijn striemen is ons genezing geworden. Wij allen dwaalden als schapen, wij wendden ons ieder naar zijn eigen weg, maar de Here heeft ons aller ongerechtigheid op hem doen neerkomen. Hij werd mishandeld, maar hij liet zich verdrukken en deed zijn mond niet open; als een lam dat ter slachting geleid wordt, en als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed hij zijn mond niet open. Hij is uit verdrukking en gericht weggenomen, en wie onder zijn tijdgenoten bedacht, dat hij is afgesneden uit het land der levenden? Om de overtreding van mijn volk is de plaag op hem geweest. En men stelde zijn graf bij de goddelozen; bij de rijke was hij in zijn dood, omdat hij geen onrecht gedaan heeft en geen bedrog in zijn mond is geweest. Maar het behaagde de Here hem te verbrijzelen. Hij maakte hem ziek. Wanneer hij zichzelf ten schuldoffer gesteld zal hebben, zal hij nakomelingen zien en een lang leven hebben en het voornemen des Heren zal door zijn hand voortgang hebben. Om zijn moeitevol lijden zal hij het zien tot verzadiging toe; door zijn kennis zal mijn knecht, de rechtvaardige, velen rechtvaardig maken, en hun ongerechtigheden zal hij dragen. Daarom zal Ik hem een deel geven onder velen en met machtigen zal hij de buit verdelen, omdat hij zijn leven heeft uitgegoten in de dood, en onder de overtreders werd geteld, terwijl hij toch veler zonden gedragen en voor de overtreders gebeden heeft. | |
(3) | Jesaja 9:5-6 |
Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op zijn schouder en men noemt hem Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst. Groot zal de heerschappij zijn en eindeloos de vrede op de troon van David en over zijn koninkrijk, doordat hij het sticht en grondvest met recht en gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid. De ijver van de Here der heerscharen zal dit doen. | |
(4) | Openbaring 19:19-20 |
En ik zag het beest en de koningen der aarde en hun legerscharen verzameld om de oorlog te voeren tegen Hem, die op het paard zat, en tegen zijn leger. En het beest werd gegrepen en met hem de valse profeet, die de tekenen voor zijn ogen gedaan had, waardoor hij hen verleidde, die het merkteken van het beest ontvangen hadden en die zijn beeld aanbaden; levend werden zij beiden geworpen in de poel des vuurs, die van zwavel brandt. | |
(5) | Openbaring 20:1-6 |
En ik zag een engel nederdalen uit de hemel met de sleutel des afgronds en een grote keten in zijn hand; en hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en hij bond hem duizend jaren, en hij wierp hem in de afgrond en sloot en verzegelde die boven hem, opdat hij de volkeren niet meer zou verleiden, voordat de duizend jaren voleindigd waren; daarna moet hij voor een korte tijd worden losgelaten. En ik zag tronen, en zij zetten zich daarop, en het oordeel werd hun gegeven; en (ik zag) de zielen van hen, die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het woord van God, en die noch het beest noch zijn beeld hadden aangebeden en die het merkteken niet op hun voorhoofd en op hun hand ontvangen hadden; en zij werden weder levend en heersten als koningen met Christus, duizend jaren lang. De overige doden werden niet weder levend, voordat de duizend jaren voleindigd waren. Dit is de eerste opstanding. Zalig en heilig is hij, die deel heeft aan de eerste opstanding: over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn en zij zullen met Hem als koningen heersen, [die] duizend jaren. | |
(6) | Zacharia 14:9 |
En de Here zal koning worden over de gehele aarde; te dien dage zal de Here de enige zijn, en zijn naam de enige. | |
(7) | Johannes 18:36-37 |
Jezus antwoordde: Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld; indien mijn Koninkrijk van deze wereld geweest was, zouden mijn dienaars gestreden hebben, opdat Ik niet aan de Joden zou worden overgeleverd; nu echter is mijn Koninkrijk niet van hier. Pilatus dan zeide tot Hem: Zijt Gij dus toch een koning? Jezus antwoordde: Gij zegt, dat Ik koning ben. Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen, opdat Ik voor de waarheid zou getuigen; een ieder, die uit de waarheid is, hoort naar mijn stem. | |
(8) | Openbaring 20:7-10 |
En wanneer de duizend jaren voleindigd zijn, zal de satan uit zijn gevangenis worden losgelaten, en hij zal uitgaan om de volkeren aan de vier hoeken der aarde te verleiden, Gog en Magog, om hen tot de oorlog te verzamelen, en hun getal is als het zand der zee. En zij kwamen op over de breedte der aarde en omsingelden de legerplaats der heiligen en de geliefde stad; en vuur daalde neder uit de hemel en verslond hen, en de duivel, die hen verleidde, werd geworpen in de poel van vuur en zwavel, waar ook het beest en de valse profeet zijn, en zij zullen dag en nacht gepijnigd worden in alle eeuwigheden. | |
(9) | Openbaring 19:1-2 |
Hierna hoorde ik als een luide stem ener grote schare in de hemel zeggen: Halleluja! Het heil en de heerlijkheid en de macht zijn van onze God, want waarachtig en rechtvaardig zijn zijn oordelen, want Hij heeft de grote hoer geoordeeld, die de aarde met haar hoererij verdierf, en Hij heeft het bloed zijner knechten van haar hand geëist. |
(1) | Marcus 10:45 |
want ook de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen. | |
(2) | Jesaja 53:1-12 |
Wie kan geloven wat wij hebben gehoord? Aan wie is de macht van de HEER geopenbaard? Als een loot schoot hij op onder Gods ogen, als een scheut uit dorre grond. Onopvallend was zijn uiterlijk, hij miste iedere schoonheid, zijn aanblik kon ons niet bekoren. Hij werd veracht, door mensen gemeden, hij was een man die het lijden kende en met ziekte vertrouwd was, een man die zijn gelaat voor ons verborg en door ons werd verguisd en geminacht. Maar hij was het die onze ziekten droeg, die ons lijden op zich nam. Wij echter zagen hem als een verstoteling, door God geslagen en vernederd. Om onze zonden werd hij doorboord, om onze wandaden gebroken. De straf die hij onderging bracht ons vrede, zijn striemen gaven ons genezing. Wij dwaalden rond als schapen, ieder zocht zijn eigen weg; maar de wandaden van ons allen liet de HEER op hem neerkomen. Hij werd mishandeld, maar verzette zich niet en deed zijn mond niet open. Als een schaap dat naar de slacht wordt geleid, als een ooi die stil is bij haar scheerders deed hij zijn mond niet open. Door een onrechtvaardig vonnis werd hij weggenomen. Wie van zijn tijdgenoten heeft er oog voor gehad? Hij werd verbannen uit het land der levenden, om de zonden van mijn volk werd hij geslagen. Hij kreeg een graf bij misdadigers, zijn laatste rustplaats was bij de rijken; toch had hij nooit enig onrecht begaan, nooit bedrieglijke taal gesproken. Maar de HEER wilde hem breken, Hij maakte hem ziek. Hij offerde zijn leven voor de schuld van anderen, om zijn nageslacht te zien en lang te leven. En door zijn toedoen slaagde wat de HEER wilde. Na het lijden dat hij moest doorstaan, zag hij het licht en werd met kennis verzadigd. Mijn rechtvaardige dienaar verschaft velen recht, hij neemt hun wandaden op zich. Daarom ken Ik hem een plaats toe onder velen en zal hij met machtigen delen in de buit, omdat hij zijn leven prijsgaf aan de dood en zich tot de zondaars liet rekenen. Hij droeg echter de schuld van velen en nam het voor zondaars op. | |
(3) | Jesaja 9:5-6 |
Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven; de heerschappij rust op zijn schouders. Deze namen zal hij dragen: Wonderbare raadsman, Sterke God, Eeuwige vader, Vredevorst. Groot is de heerschappij en zonder einde de vrede voor de troon van David en voor zijn koninkrijk; ze zijn gegrondvest op recht en gerechtigheid en staan vast voor altijd en eeuwig. De HEER van de hemelse machten brengt dit in zijn vurige liefde tot stand. | |
(4) | Openbaring 19:19-20 |
Ik zag dat het beest en de koningen op aarde zich met hun troepen hadden verzameld om oorlog te voeren met de ruiter op het paard en zijn legermacht. Het beest werd gevangengenomen, samen met de valse profeet die in zijn bijzijn tekenen had verricht, waardoor hij iedereen had misleid die het merkteken van het beest droeg en zijn beeld aanbad. Levend werden ze in de vuurpoel met brandende zwavel gegooid. | |
(5) | Openbaring 20:1-6 |
Ik zag een engel uit de hemel neerdalen met de sleutel van de onderaardse diepte en zware ketenen in zijn hand. Hij greep de draak, de slang van weleer, die ook duivel of Satan wordt genoemd, en ketende hem voor duizend jaren. Hij gooide hem in de diepte, sloot de put boven hem en verzegelde die, opdat de volken niet meer door hem misleid zouden worden tot de duizend jaar voorbij waren; daarna moet hij korte tijd worden losgelaten. Ook zag ik tronen, en degenen die erop zaten mochten rechtspreken. En ik zag de zielen van hen die onthoofd waren omdat ze van Jezus hadden getuigd en over God hadden gesproken; zij hadden het beest en zijn beeld niet aanbeden en ook zijn merkteken niet op hun voorhoofd of hun hand gekregen. Zij waren tot leven gekomen en heersten duizend jaar lang samen met Christus. De andere doden kwamen niet tot leven voordat de duizend jaar voorbij waren. Dit is de eerste opstanding. Gelukkig en heilig zijn zij die deel hebben aan de eerste opstanding. De tweede dood heeft geen macht over hen. Zij zullen priester van God en van Christus zijn en duizend jaar lang samen met Hem heersen. | |
(6) | Zacharia 14:9 |
En de HEER zal koning worden over de hele aarde. Dan zal de HEER de enige God zijn en zijn naam de enige naam. | |
(7) | Johannes 18:36-37 |
Jezus antwoordde: 'Mijn koningschap hoort niet bij deze wereld. Als mijn koningschap bij deze wereld hoorde, zouden mijn dienaren wel gevochten hebben om te voorkomen dat Ik aan de Joden werd uitgeleverd. Maar mijn koninkrijk is niet van hier.' Pilatus zei: 'U bent dus koning?' 'U zegt dat Ik koning ben,' zei Jezus. 'Ik ben geboren en naar de wereld gekomen om van de waarheid te getuigen, en ieder die de waarheid is toegedaan, luistert naar wat Ik zeg.' | |
(8) | Openbaring 20:7-10 |
Wanneer de duizend jaar voorbij zijn, zal Satan uit zijn gevangenis worden losgelaten. Dan gaat hij eropuit om de volken aan de vier hoeken van de aarde, Gog en Magog, te misleiden. Hij brengt hen voor de strijd bijeen, zo veel mensen als er zand is bij de zee. Ze trekken op, over de hele breedte van de aarde, en omsingelen het kamp van de heiligen en de geliefde stad. Maar vuur daalt neer uit de hemel en verteert hen. En de duivel, die hen misleidde, wordt in de poel van vuur en zwavel gegooid, bij het beest en de valse profeet. Daar zullen ze dag en nacht worden gepijnigd, tot in eeuwigheid. | |
(9) | Openbaring 19:1-2 |
Hierna hoorde ik in de hemel een geweldige stem als van een grote menigte zeggen: 'Halleluja! De redding, de eer en de macht zijn van onze God, want zijn vonnis is betrouwbaar en rechtvaardig. Hij heeft immers de grote hoer, die door haar ontucht de wereld in het verderf heeft gestort, veroordeeld en het bloed van zijn dienaren op haar gewroken.' |