Home » Nieuws » Studies » Jezus zei » Uitspraak 1
Dit is misschien wel de belangrijkste uitspraak die Jezus ooit heeft gedaan. Het is ook heel duidelijk afkomstig van hemzelf. Niet van één of andere volgeling die iets op zijn of haar manier geïnterpreteerd heeft, nee het is heel duidelijk een uitspraak van hemzelf. Jezus zegt hier nogal wat, in feite doet hij met deze ene zin maar liefst vier claims.
1. Ik (Jezus) ben de weg
2. Ik (Jezus) ben de waarheid
3. Ik (Jezus) ben het leven
4. Niemand komt tot de Vader (God de Vader) dan door mij (Jezus, God de Zoon)
Alle vier zijn het aanspraken die alleen kunnen kloppen als Jezus niet alleen mens, maar ook God is. Het is zelfs zo dat als wij in staat zijn om deze woorden te ontkrachten, dat we dan al het andere dat hij gedaan en gezegd heeft kunnen negeren. Daarom is dit de ideale uitspraak van Jezus om mee te beginnen. Daarbij hoeven we ons in eerste instantie trouwens alleen maar te concentreren op slechts enkele van zijn woorden, namelijk "Ik ben de waarheid".
"Ik ben de waarheid", wat een aparte uitspraak. Wie heb je dat ooit (serieus) horen zeggen? We hebben wel mensen horen zeggen dat ze de waarheid spreken, maar dat je de waarheid bent? Laten we eerst eens kijken wat deze bewering te betekenen heeft, straks houden we ons wel bezig met of de uitspraak klopt. Als Jezus de waarheid is, wat heeft dat ons dan te zeggen, wat betekent het voor ons? Dat betekent dan dat hij zekerheid en betrouwbaarheid biedt, dat zijn twee waardevolle zaken. Betrouwbaarheid, omdat wat hij dan zegt en onderwijst waar is. En zekerheid, omdat wat hij dan beloofd ook wordt waargemaakt. Iemand die de waarheid is voorziet dus in belangrijke basisbehoeften die essentieel zijn in het leven. En trouwens ook essentieel voor het hebben en onderhouden van goede relaties. Want iemand die betrouwbaarheid en zekerheid biedt kun je vertrouwen.
Laten we ons nu gaan richten op de vraag of dit een terechte claim van Jezus is, is hij inderdaad de waarheid? Iemand die de waarheid is moet in ieder geval altijd de waarheid spreken. Of je nu gelovig bent of niet, van de tien geboden heb je vast wel gehoord. Eén van de bekendste is dat je niet moet liegen, dat staat tegenover de waarheid spreken. Het is vermoedelijk het gebod dat het meest overtreden is, het is ook het makkelijkst om te overtreden. En daarmee is het ook de beste test om Jezus uitspraak te toetsen. Heeft hij ook maar één keer gelogen, een ‘leugentje om bestwil’ of een halve waarheid, dan kan hij niet de waarheid zijn!
In de Bijbel vinden we vier evangeliën (geschreven door Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes), dit zijn boeken die uitgebreid ingaan op het leven, het onderwijs, de handelingen en de persoon van Jezus Christus. Wetenschappelijk onderzoek en tekststudie die gebruikt worden om oude literaire werken te beoordelen op historiciteit en authenticiteit, hebben al ruimschoots de betrouwbaarheid bewezen van deze geschriften. Daar kunnen we dus heel goed terecht voor een goede beeldvorming, bovendien zijn de meeste verslagen afkomstig van directe ooggetuigen. Alleen Lucas was er niet van begin af aan bij, maar hij was als arts een goed onderlegd iemand. Zijn nauwkeurige en uitgebreide verslaggeving maakt dat Lucas tegenwoordig als één van de grootste historici wordt gezien.
De bediening van Jezus heeft ongeveer 3 jaar geduurd, in die tijd had hij behoorlijk wat volgelingen, ook wel discipelen genoemd. Binnen die groep had hij een wat intiemere kring van 12 mensen die bijna dag en nacht met hem optrokken. Ze zaten voortdurend op zijn lip, zagen alles wat hij deed en hoorden alles wat hij zei. Nooit hebben zij hem betrapt op enige leugen of onwaarheid. Petrus verwoord het als volgt: Want hiertoe zijt gij geroepen, daar ook Christus voor u geleden heeft en u een voorbeeld heeft nagelaten, opdat gij in zijn voetstappen zoudt treden; die geen zonde gedaan heeft en in wiens mond geen bedrog is gevonden; die, als Hij gescholden werd, niet terugschold en als Hij leed, niet dreigde, maar het overgaf aan Hem, die rechtvaardig oordeelt;Dat is uw roeping; ook Christus heeft geleden, om uwentwil, en u daarmee een voorbeeld gegeven. Treed dus in de voetsporen van hem die geen enkele zonde beging en over wiens lippen geen leugen kwam. Hij werd gehoond en hoonde zelf niet, hij leed en dreigde niet, hij liet het oordeel over aan hem die rechtvaardig oordeelt. (1 Petrus 2:21-23)
Hij gaat hier ook in op andere punten waarin Jezus op bijzondere wijze demonstreerde hoe hij de wil van de Vader deed in volkomen gehoorzaamheid. Petrus getuigt dat er geen bedrog is gevonden in de mond van Jezus. Dit is wel degelijk een belangrijk getuigenis wat meetelt in de geloofwaardigheid van de claim dat Jezus de waarheid is. Als zijn volgelingen na het horen hiervan, zich voorvallen konden herinneren waarin hun Heer niet de waarheid had gesproken, dan zou zijn hele onderwijs op losse schroeven zijn komen te staan. Wat zouden de discipelen dan nog aan zijn woorden hebben als eerder bleek dat hij ze toch niet waar maakte? Hoe zouden zijn beloften dan nog relevant zijn? Bovendien zou het vasthouden aan Jezus leer en onderwijs ze nog duur te staan komen. Velen stierven een martelaarsdood, omdat ze wisten dat Jezus zijn woorden altijd had waargemaakt! Waaronder zelfs zijn aangekondigde opstanding uit de dood. De discipelen hebben in woord en daad (met hun leven en dood) getuigt dat Jezus de waarheid niet alleen sprak, maar ook is.
Toch zullen er ook mensen zijn die niet teveel waarde hechten aan het getuigenis van de volgelingen van Jezus. Want hoeveel voorbeelden hebben we al niet gezien van mensen die in aanbidding voor mensen, geen enkel kwaad meer zien in wat ze doen en zeggen, terwijl de rest van de wereld dat zo duidelijk kan zien? De tegenstanders van Jezus echter, en die waren er toen al meer dan genoeg, hadden er geen enkel belang bij om de geloofwaardigheid van deze man te versterken. We zullen echter zien dat juist zij daardoor het sterkste bewijs leveren dat Jezus wel degelijk de waarheid is.
Vooral onder de religieuze leiders in zijn tijd op aarde, waren er velen tegenstanders van Jezus. Zij waren bang om hun positie en invloed die ze onder het volk hadden kwijt te raken. Ze wilden hem ontmaskeren hem kunnen beschuldigen, maar ze konden maar niets tegen hem vinden. Daarom kwamen ze meerdere malen met strikvragen en situaties naar Jezus om af te dwingen dat hij ergens in de fout zou gaan. Juist het feit dat ze steeds hiertoe hun toevlucht zochten geeft al aan hoe zuiver en betrouwbaar deze man was. Het lukte ze zelfs niet om hem ook maar op een enkele leugen te betrappen. Jezus kon dan ook makkelijk tegen ze zeggen: Wie van u overtuigt Mij van zonde? Als Ik waarheid spreek, waarom gelooft gij Mij niet?Kan een van u mij van zonde beschuldigen? Als ik de waarheid spreek, waarom gelooft u me dan niet? (Johannes 8:46)
Indirect toonden ook de tegenstanders van Jezus dat hij de waarheid is. Hoe eenvoudig was het geweest om een leugen van Jezus te kunnen gebruiken om hem te kunnen beschuldigen? Iemand die niet altijd de waarheid spreekt kan niet God zijn. In zowel woord als daad heeft Jezus bewezen God te zijn en daarom konden zijn tegenstanders niets tegen hem vinden. Uiteindelijk hebben zijn tegenstanders Jezus uit de weg proberen te ruimen, kijk hoe Pilatus reageert op hun aanhoudende beschuldigingen en verzoek om hem te kruisigen: Hij zeide voor de derde maal tot hen: Wat heeft deze dan toch voor kwaad gedaan? Ik heb niets in Hem gevonden, waarop de doodstraf staat.Voor de derde maal zei hij tegen hen: ‘Wat voor kwaad heeft die man dan gedaan? Ik heb niets gevonden waarvoor hij de doodstraf verdient. Dus zal ik hem vrijlaten, nadat ik hem heb laten geselen.’ (Lucas 23:22) Er was geen enkele schuld in Jezus, maar uiteindelijk dwingen ze de moord op Jezus af. En wat is hun argument? De Joden antwoordden hem: Wij hebben een wet en naar die wet moet Hij sterven, want Hij heeft Zichzelf Gods Zoon gemaakt.De Joden zeiden: ‘Wij hebben een wet die zegt dat hij moet sterven, omdat hij zich de Zoon van God heeft genoemd.’ (Johannes 19:7)
Uiteindelijk veroordeelden ze Jezus, omdat hij beweerde aan God gelijk te zijn. Had Jezus dat soms niet beweerd? Zeker wel, ook met de uitspraak "Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij" claimde hij in feite dat hij God (de Zoon) is. Maar was dat een leugen? Nee, want Jezus is God geopenbaard als mens. Zijn sterven zou zelfs onderdeel uitmaken van Gods bijzondere reddingsplan voor de mens. Daarom ontkende hij ook niet dat hij beweerd had God te zijn, want dan zou hij juist gelogen hebben. Maar omdat Jezus de waarheid is, sprak en bleef hij in de waarheid, zelfs toen het hem zijn leven zou kosten!
Nu we hebben vastgesteld dat Jezus de waarheid is, kunnen we meteen al de conclusie trekken dat we daarom al zijn andere uitspraken serieus ter harte moeten nemen. Want wat hij heeft gezegd is betrouwbaar en zeker. Het gaat er nu dus om wat hij allemaal gezegd heeft en wat dat voor ons te betekenen heeft. Voordat we doorgaan naar een paar andere uitspraken, zullen we ons nu eerst nog richten op de andere drie claims uit deze uitspraak van Jezus.
Namelijk "Ik ben de weg", "Ik ben het leven" en "niemand komt tot de Vader dan door Mij". De eerste en de laatste hebben veel met elkaar te maken dus kijken we eerst nog even naar "Ik ben het leven". God is verantwoordelijk voor de schepping van de hemel en aarde, het hele universum, dat geldt tevens voor al het leven. Aan het begin van het evangelie dat Johannes schreef verwijst hij naar Jezus als "het Woord". Omdat Jezus God is, is hij ook eeuwig, wij zijn pas met hem als Jezus bekend geworden sinds zijn komst naar de aarde. Johannes noemt hem het Woord en beschrijft dat dit verantwoordelijk is voor alles dat geschapen is, in een zuivere en pure staat. Ook in het begin van de brief aan de Hebreeën, wordt duidelijk gezegd dat Jezus ook de Schepper is: Nadat God eertijds vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had in de profeten, heeft Hij nu in het laatst der dagen tot ons gesproken in de Zoon, die Hij gesteld heeft tot erfgenaam van alle dingen, door wie Hij ook de wereld geschapen heeft.Op velerlei wijzen en langs velerlei wegen heeft God in het verleden tot de voorouders gesproken door de profeten, maar nu de tijd ten einde loopt heeft hij tot ons gesproken door zijn Zoon, die hij heeft aangewezen als enig erfgenaam en door wie hij de wereld heeft geschapen. (Hebreeën 1:1-2)
God is de bron van het leven, hij heeft leven in zichzelf en dat gold ook voor Jezus. Want gelijk de Vader leven heeft in Zichzelf, heeft Hij ook de Zoon gegeven, leven te hebben in Zichzelf.Zoals de Vader leven heeft in zichzelf, zo heeft ook de Zoon leven in zichzelf; dat heeft de Vader hem gegeven. (Johannes 5:26) Dit bewees hij onder andere door verschillende mensen uit de dood weer tot leven te wekken: het dochtertje van Jaïrus (Marcus 5:35-43), de jongen uit Naïn (Lucas 7:11-17), Lazarus (Johannes 11:33-44). Hij is echter niet alleen de bron van het fysieke leven, maar ook van het geestelijke leven. Geestelijk levend zijn wil zeggen: verbonden zijn met God. Door onze zonden (ongehoorzaamheid aan God) werden wij van hem gescheiden en stierven geestelijk gezien, omdat we niet meer op de levensbron waren aangesloten. Het hoofddoel van Jezus, van de komst van God de Zoon naar de aarde, was om een herstel van deze relatie weer mogelijk te maken. Dit vereiste van Jezus ten eerste dat hij zelf zonder (zonde)schuld bleef en ten tweede dat hij vrijwillig onze schuld zou overnemen en onze straf ondergaan. Dit is wat hij heeft gedaan, toen hij stierf aan het kruis op Golgota, betaalde hij met zijn bloed en met zijn leven voor onze schuld.
Dankzij Jezus kunnen wij, als wij ons vertrouwen (ons geloof) op hem vestigen, verzoend worden met God. Zoals Johannes het heeft verwoord: Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon gezonden heeft als een verzoening voor onze zonden.Het wezenlijke van de liefde is niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor onze zonden. (1 Johannes 4:10) Als wij geloven dat alleen hij redding voor ons heeft mogelijk gemaakt en wij hem daarom aannemen als onze Verlosser en als onze Heer (de baas van ons leven), dan horen we bij God. En wacht ons, als wij volhouden en doorgaan tot het einde, het Koninkrijk van God. Geestelijk kunnen wij dankzij Jezus weer tot leven komen. En ter bevestiging dat de prijs is betaald en de ultieme overwinning door hem is behaald, werd Jezus door de Vader weer opgewekt uit de dood! Om voor eeuwig en altijd te leven en te regeren over zijn Koninkrijk dat straks zal aanbreken.
Wat zoekt gij de levende bij de doden? Hij is hier niet, maar Hij is opgewekt. Herinnert u, hoe Hij, toen Hij nog in Galilea was, tot u gesproken heeft, zeggend, dat de Zoon des mensen moest overgeleverd worden in de handen van zondige mensen en gekruisigd worden en ten derden dage opstaan.‘Waarom zoekt u de levende onder de doden? Hij is niet hier, hij is uit de dood opgewekt. Herinner u wat hij u gezegd heeft toen hij nog in Galilea was: de Mensenzoon moest worden uitgeleverd aan zondaars en moest gekruisigd worden en op de derde dag opstaan.’ (Lucas 24:5b-7)
En na acht dagen waren zijn discipelen weer in het huis en Tomas met hen. Jezus kwam, terwijl de deuren gesloten waren, en Hij stond in hun midden en zeide: Vrede zij u! Daarna zeide Hij tot Tomas: Breng uw vinger hier en zie mijn handen en breng uw hand en steek die in mijn zijde, en wees niet ongelovig, maar gelovig. Tomas antwoordde en zeide tot Hem: Mijn Here en mijn God! Jezus zeide tot hem: Omdat gij Mij gezien hebt, hebt gij geloofd? Zalig zij, die niet gezien hebben en toch geloven.Een week later waren de leerlingen weer bij elkaar en Tomas was er nu ook bij. Terwijl de deuren gesloten waren, kwam Jezus in hun midden staan. ‘Ik wens jullie vrede!’ zei hij, en daarna richtte hij zich tot Tomas: ‘Leg je vingers hier en kijk naar mijn handen, en leg je hand in mijn zij. Wees niet langer ongelovig, maar geloof.’ Tomas antwoordde: ‘Mijn Heer, mijn God!’ Jezus zei tegen hem: ‘Omdat je me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.’ (Johannes 20:26-29)
En dan noemt Jezus zichzelf ook nog "de weg" en wel de enige weg naar God de Vader. Dat heeft alles te maken met de verzoening die hij mogelijk gemaakt heeft. In principe is dit voor ieder mens bedoeld, iedereen kan en mag ingaan op het genade aanbod van God, om door Jezus vrede met hem te maken. De keuze is echter aan ons, wij bepalen of we zijn gift, zijn voorstel aannemen of niet. Als we bij God willen horen is het ook logisch dat we bereid zijn om zijn wil te doen.
God wil ons bij hem hebben in zijn eeuwige en heerlijke Koninkrijk op de nieuwe aarde en met de nieuwe hemel. In zijn Koninkrijk zal Gods wil voor altijd geschieden, daardoor blijft die plaats ook voor eeuwig goed. Het zal altijd perfect en heerlijk blijven in tegenstelling tot deze wereld, waarin wij nu leven en waar wij de verantwoording voor dragen. En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan, en de zee was niet meer. En ik zag de heilige stad, een nieuw Jeruzalem, nederdalende uit de hemel, van God, getooid als een bruid, die voor haar man versierd is. En ik hoorde een luide stem van de troon zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal bij hen zijn, en Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn, want de eerste dingen zijn voorbijgegaan. En Hij, die op de troon gezeten is, zeide: Zie, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zeide: Schrijf, want deze woorden zijn getrouw en waarachtig.Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij, en de zee is er niet meer. Toen zag ik de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen, bij God vandaan. Ze was als een bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man en hem opwacht. Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: ‘Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.’ Hij die op de troon zat zei: ‘Alles maak ik nieuw!’ – Ik hoorde zeggen: ‘Schrijf het op, want wat hier wordt gezegd is betrouwbaar en waar.’ – (Openbaring 21:1-5)
Het bloed van Jezus reinigt ons van de zonde: en het bloed van Jezus, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde.dan zijn we met elkaar verbonden en reinigt het bloed van Jezus, zijn Zoon, ons van alle zonde. (1 Johannes 1:7b) Omdat alleen Jezus dit mogelijk heeft gemaakt, is hij dus ook de enige die ons kan vrijmaken van dat wat ons van God scheidde: onze zonden. Daarom is hij de enige weg naar de Vader, alleen door Hem is het mogelijk dat wij weer bij God de Vader mogen horen en komen. Hij is de weg terug naar God, maar een weg heeft alleen nut als je hem volgt. Hij leidt je tot de bestemming. Willen we eindigen bij God in zijn Koninkrijk, dan zullen we Jezus dus heel de weg moeten volgen: Maar wie volhardt tot het einde, die zal behouden worden.Maar wie standhoudt tot het einde, zal worden gered. (Matteüs 24:13) En: Daarom dan, laten ook wij, nu wij zulk een grote wolk van getuigen rondom ons hebben, afleggen alle last en de zonde, die ons zo licht in de weg staat, en met volharding de wedloop lopen, die vóór ons ligt. Laat ons oog daarbij (alleen) gericht zijn op Jezus, de leidsman en voleinder des geloofsNu wij door zo’n menigte geloofsgetuigen omringd zijn, moeten ook wij de last van de zonde, waarin we steeds weer verstrikt raken, van ons afwerpen en vastberaden de wedstrijd lopen die voor ons ligt. Laten we daarbij de blik gericht houden op Jezus, de grondlegger en voltooier van ons geloof… (Hebreeën 12:1-2a).
We volgen Jezus, door hem als onze Heer aan te nemen. Dat betekent dat hij de regie heeft over ons leven, maar wij moeten wel steeds weer die beslissing nemen. Hij heeft ons door de Bijbel onderwijs, opdrachten en instructies gegeven en die moeten wij volgen. Zo kan hij ons leiden, zo blijven we dichtbij hem en eindigen we waar hij zal zijn. Ons oog, onze focus moet op Jezus gericht zijn. Hij verwacht dus gehoorzaamheid van ons, hij verwacht van ons een bepaalde reactie. De resultaten, of vrucht, moeten in ons leven zichtbaar worden. Dat is een getuigenis van wat in ons leeft. Zo brengt iedere goede boom goede vruchten voort, maar de slechte boom brengt slechte vruchten voort. Een goede boom kan geen slechte vruchten dragen, of een slechte boom goede vruchten dragen. Iedere boom, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen. Zo zult gij hen dan aan hun vruchten kennen.Zo draagt elke goede boom goede vruchten, maar een slechte boom draagt slechte vruchten. Een goede boom kan geen slechte vruchten dragen, evenmin als een slechte boom goede vruchten dragen kan. Elke boom die geen goede vruchten draagt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen. Zo kunnen jullie hen dus aan hun vruchten herkennen. (Matteüs 7:17-20)
Als wij God werkelijk toebehoren, als hij in ons leeft en ons hart echt naar hem uitgaat dan zal dit een positieve uitwerking hebben die niet te missen zal zijn. Goede vrucht kan alleen uit een goede basis voortkomen. Het karakter van volgelingen van Jezus moet zich in positieve zin gaan ontwikkelen, dit wordt ook wel de vrucht van de Heilige Geest genoemd. De Heilige Geest kan dit in ons uitwerken, mits wij hem de ruimte geven door toewijding en gehoorzaamheid aan God. Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.Maar de vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. (Galaten 5:22)(Galaten 5:22-23a) En dit karakter zal automatisch ook goede werken voortbrengen, dit is wat Jezus verwacht terug te zien in de levens van zijn volgelingen.
Die goede werken op zichzelf redden ons niet, want in eigen kracht schieten wij tekort om aan Gods volmaakte en rechtvaardige eisen te kunnen voldoen. Onze goede daden wissen onze slechte daden en tekortkomingen niet uit en werken ook niet als compensatie. In feite besmeurt de zonde zelfs de goede dingen die wij doen: Wij zijn allen geworden als een onreine, al onze gerechtigheden als een bezoedeld kleed; wij vielen allen af als het loof en onze ongerechtigheden voerden ons weg als de wind.Wij allen zijn onrein geworden, onze gerechtigheid is als het kleed van een menstruerende vrouw. Wij allen zijn als verwelkte bladeren, verwaaid op de wind van ons wangedrag. (Jesaja 64:6)(Jesaja 64:5) Wij verdienen het niet en kunnen het nooit verdienen om bij God te zijn, daarom is het door genade alleen waardoor wij gered kunnen worden. Daarom komt Jezus alle eer toe, het is Gods grote liefde die een weg baande voor ons, om ons terug te brengen bij hem.
Want door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God; niet uit werken, opdat niemand roeme. Want zijn maaksel zijn wij, in Christus Jezus geschapen om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.Door zijn genade bent u nu immers gered, dankzij uw geloof. Maar dat dankt u niet aan uzelf; het is een geschenk van God en geen gevolg van uw daden, dus niemand kan zich erop laten voorstaan. Want hij heeft ons gemaakt tot wat wij nu zijn: in Christus Jezus geschapen om de weg te gaan van de goede daden die God heeft voorbereid. (Efeziërs 2:8-10) Dit zegt het duidelijk. God verwacht van ons goede werken, niet om daardoor behouden te worden, maar juist als gevolg van onze behoudenis die wij niet zelf hebben gerealiseerd. Het is eerder een gevolg van dankbaarheid en blijdschap. Omdat we Jezus dankbaar zijn voor de redding die hij ons biedt, geven wij ons leven over in zijn handen. En als wij gaan leven en handelen naar Jezus wil, dus eigenlijk Gods wil, dan kan daar alleen maar goeds uit voortkomen. Want God is goed! Hoe meer we in gehoorzaamheid handelen, hoe meer we gaan ontdekken en ervaren dat dit inderdaad zo is. God wil het beste voor iedereen en hij weet ook het beste hoe dat kan worden bereikt. Wij zijn degenen die ons moeten aanpassen, waar ons denken en daardoor ook ons handelen hervormd moet worden. In overeenstemming komen met de waarheid, zoals God de dingen heeft ingesteld. En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene.U moet uzelf niet aanpassen aan deze wereld, maar veranderen door uw gezindheid te vernieuwen, om zo te ontdekken wat God van u wil en wat goed, volmaakt en hem welgevallig is. (Romeinen 12:2)
We kunnen God niet voor de gek houden, dus laten we onszelf ook niet voor de gek houden door te denken dat onze levensstijl er niet toe doet, omdat we toch door genade gered zijn. Luister maar naar de duidelijke waarschuwing van Jezus zelf: Niet een ieder, die tot Mij zegt: Here, Here, zal het Koninkrijk der hemelen binnengaan, maar wie doet de wil mijns Vaders, die in de hemelen is.Niet iedereen die “Heer, Heer” tegen mij zegt, zal het koninkrijk van de hemel binnengaan, alleen wie handelt naar de wil van mijn hemelse Vader. (Matteüs 7:21)
Soms zullen we misschien opnieuw in de fout gaan en ongehoorzaam zijn aan God. Hebben we echter spijt, belijden we het aan God en vragen hem om vergeving en willen we doorgaan om zijn wil te doen. Dan is God nog steeds genadig en schenkt ons op basis van wat Jezus deed vergeving. Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.Belijden we onze zonden, dan zal hij, die trouw en rechtvaardig is, ons onze zonden vergeven en ons reinigen van alle kwaad. (1 Johannes 1:9). Maar we kunnen niet doorgaan met zondigen alsof er niets veranderd is, als we dat (blijven) doen zullen we zelf ons heil en onze genade verspelen.
Want indien zij, aan de bezoedelingen der wereld ontvloden door de erkentenis van de Here en Heiland Jezus Christus, toch weer erin verstrikt raken en erdoor overmeesterd worden, dan is hun laatste toestand erger dan de eerste.En als zij die zich door hun kennis van onze Heer en redder Jezus Christus hebben losgemaakt van het vuil van de wereld, daar weer in verstrikt raken en er opnieuw door worden beheerst, zijn ze er erger aan toe dan voorheen. (2 Petrus 2:20)
Doodt dan de leden, die op de aarde zijn: hoererij, onreinheid, hartstocht, boze begeerte en de hebzucht, die niet anders is dan afgoderij, om welke dingen de toorn Gods komt. Daarin hebt ook gij eertijds gewandeld, toen gij erin leefdetLaat dus wat aards in u is afsterven: ontucht, zedeloosheid, hartstocht, lage begeerten en ook hebzucht – hebzucht is afgoderij –, want om deze dingen treft Gods toorn degenen die hem ongehoorzaam zijn. Vroeger hebt u ook die weg gevolgd en zo geleefd (Kolossenzen 3:5-7). We moeten onze oude levensstijl leren afleggen en in plaats daarvan het voorbeeld volgen dat Jezus ons gegeven heeft. Want Jezus is de weg, Jezus is de waarheid en Jezus is het leven, niemand komt tot God de Vader behalve dan door Jezus, God de Zoon!
