© 2003-2024
linksonder Evangelie Gemeente Diemen

Website van A tot Z Bestellen

Home » Nieuws » Studies » Jezus zei » Uitspraak 2

Jezus zei... uitspraak 2uitspraak 2

Een ieder nu, die deze mijn woorden hoort en ze doet, zal gelijken op een verstandig man, die zijn huis bouwde op de rots.Wie deze woorden van mij hoort en ernaar handelt, kan vergeleken worden met een verstandig man, die zijn huis bouwde op een rots.
(Matteüs 7:24)

We hebben al gezien dat de uitspraken van Jezus betrouwbaar zijn, omdat hij de waarheid is. Zowel zijn voor- als tegenstanders hebben dit bevestigd. Dat maakt dat iedere uitspraak van Jezus zeer interessant is en dat we er dus verstandig aan doen om daar goed en zorgvuldig mee om te gaan. De uitspraak die we nu behandelen sluit daar heel goed op aan. Jezus zegt dat het verstandig is om naar zijn woorden te luisteren. Echter niet alleen om ernaar te luisteren, maar ook om ernaar te handelen! Handelen in overeenstemming met wat Jezus opdraagt of aanraadt om te doen.

Soms kan de Heer echter aparte dingen zeggen of van ons vragen. Neem nu de volgende geschiedenis: En het geschiedde, toen de schare op Hem aandrong en naar het woord Gods hoorde, dat Hij zelf aan de oever van het meer Gennesaret stond, en Hij zag twee schepen aan de oever liggen. De vissers waren eruit gegaan en spoelden de netten. Hij ging in één van de schepen, dat van Simon, en vroeg hem de zee in te gaan, niet ver van de oever. En Hij zette Zich neder en leerde de scharen van het schip uit. Toen Hij opgehouden had met spreken, zeide Hij tot Simon: Ga naar diep water en zet uw netten uit om te vissen. En Simon antwoordde en zeide: Meester, de gehele nacht door hebben wij hard gewerkt en niets gevangen, maar op uw woord zal ik de netten uitzetten. En toen zij dit gedaan hadden, haalden zij een grote menigte vissen binnen, en hun netten dreigden te scheuren. En zij wenkten hun makkers in het andere schip, dat zij hen zouden komen helpen. En dezen kwamen en zij vulden beide schepen, tot zinkens toe. Toen Simon Petrus dit zag, viel hij neder aan de knieën van Jezus en zeide: Ga uit van mij, want ik ben een zondig mens, Here. Want verbazing had hem en allen, die bij hem waren, aangegrepen over de vangst der vissen, welke zij gevangen hadden; evenzo ook Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs, die metgezellen van Simon waren. En Jezus zeide tot Simon: Wees niet bevreesd, van nu aan zult gij mensen vangen. En zij trokken de schepen op het land en lieten alles achter en volgden Hem.Toen hij eens aan de oever van het Meer van Gennesaret stond en het volk zich om hem verdrong om naar het woord van God te luisteren, zag hij twee boten aan de oever van het meer liggen; de vissers waren eruit gestapt, ze waren bezig de netten te spoelen. Hij stapte in een van de boten, die van Simon was, en vroeg hem een eindje van het land weg te varen; hij ging zitten en gaf de menigte onderricht vanuit de boot. Toen hij was opgehouden met spreken, zei hij tegen Simon: ‘Vaar naar diep water en gooi jullie netten uit om vis te vangen.’ Simon antwoordde: ‘Meester, de hele nacht hebben we ons ingespannen en niets gevangen. Maar als u het zegt, zal ik de netten uitwerpen.’ En toen ze dat gedaan hadden, zwom er zo’n enorme school vissen in de netten dat die dreigden te scheuren. Ze gebaarden naar de mannen in de andere boot dat die hen moesten komen helpen; nadat dezen bij hen waren gekomen, vulden ze de beide boten met zo veel vis dat ze bijna zonken. Toen Simon Petrus dat zag, viel hij op zijn knieën voor Jezus neer en zei: ‘Ga weg van mij, Heer, want ik ben een zondig mens.’ Hij was verbijsterd, net als allen die bij hem waren, over de enorme hoeveelheid vis die ze gevangen hadden; zo verging het ook Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs, die met Simon samenwerkten. Jezus zei tegen Simon: ‘Wees niet bang, voortaan zul je mensen vangen.’ En nadat ze de boten aan land hadden gebracht, lieten ze alles achter en volgden hem. (Lucas 5:1-11)

Nadat een aantal ervaren vissers klaar zijn met hun nachtelijke werk, willigen ze toch het verzoek in van Jezus om hun schepen tot zijn beschikking te stellen. Wanneer Jezus klaar is met het onderwijzen, geeft hij de vissers opdracht om opnieuw het water op te gaan om hun netten uit te werpen. Dit zegt hij tegen zeer ervaren rotten in het vak. Deze mannen weten heus wel hoe je moet vissen, ze doen dit immers voor hun levensonderhoud. En Petrus geeft aan dat ze al de hele nacht bezig zijn geweest zonder enig resultaat. Toch besluit hij om nadat Jezus dit gezegd had het toch maar te doen. En wat gebeurt er? Ze halen een geweldige vangst binnen, zo groot dat de netten bijna scheuren en dat het beide schepen zelfs bijna doet zinken!

Er zijn opdrachten of uitspraken van Jezus die meer aansluiten bij onze eigen logica en begrip, maar vaak genoeg gaat het in tegen ons (beperkte) inzicht. Ook dan is het belangrijk om zijn woorden ter harte te nemen en ernaar te handelen. Dit verzoek ging in tegen alle logica van de vissers, maar hun gehoorzaamheid leverde ze een grote zegen op. Dit is een voorbeeld waar wij ook van kunnen leren.

Jezus is God en hij weet alle dingen, zijn inzicht, kennis en wijsheid zijn dan ook superieur: Want mijn gedachten zijn niet uw gedachten en uw wegen zijn niet mijn wegen, luidt het woord des Heren. Want zoals de hemelen hoger zijn dan de aarde, zo zijn mijn wegen hoger dan uw wegen en mijn gedachten dan uw gedachten.Mijn plannen zijn niet jullie plannen, en jullie wegen zijn niet mijn wegen – spreekt de HEER. Want zo hoog als de hemel is boven de aarde, zo ver gaan mijn wegen jullie wegen te boven, en mijn plannen jullie plannen. (Jesaja 55:8-9) Wij kunnen God leren kennen, maar hem nooit helemaal begrijpen. Door hem te leren kennen kunnen wij echter wel op hem gaan vertrouwen, en vanuit dat vertrouwen doen wat hij zegt om te doen en om na te laten waarvan hij zegt dat we dat moeten nalaten. En weest daders des woords en niet alleen hoorders: dan zoudt gij uzelf misleiden.Vergis u niet: alleen horen is niet genoeg, u moet wat u gehoord hebt ook doen. (Jakobus 1:22)

God leren kennen en vertrouwen

De woorden van Jezus hebben ook kracht, er zit daadwerkelijk macht en autoriteit achter. Ook hierin zien we weer zijn goddelijkheid. Net als in het begin, toen God de aarde schiep door het uit te spreken. Iedere keer als hij uitsprak dat er iets zou zijn dan kwam het ook tot stand. Er zijn verschillende voorbeelden te vinden waar Jezus hetzelfde deed door alleen maar dingen uit te spreken. Zo dreef hij boze geesten uit door slechts een bevel te geven zoals in Marcus 1:21-27: En zij kwamen te Kafarnaüm en terstond op de sabbat ging Hij naar de synagoge en leerde. En zij stonden versteld over zijn leer, want Hij leerde hen als gezaghebbende, en niet als de schriftgeleerden. En terstond was er in hun synagoge een mens met een onreine geest en hij schreeuwde luid, zeggende: Wat hebt Gij met ons te maken, Jezus van Nazaret? Zijt Gij gekomen om ons te verdelgen? Ik weet wel, wie Gij zijt: de heilige Gods. En Jezus bestrafte hem [zeggende]: Zwijg stil en ga uit van hem. En de onreine geest deed hem stuiptrekken en ging onder groot geschreeuw van hem uit. En allen werden zeer verbaasd, zodat zij elkander vroegen, zeggende: Wat is dit? Een nieuwe leer met gezag! Ook de onreine geesten geeft Hij bevelen en zij gehoorzamen Hem!Ze gingen op weg naar Kafarnaüm, en op de eerstvolgende sabbat ging Jezus naar de synagoge en onderwees er de mensen. Ze waren diep onder de indruk van zijn onderricht, want hij sprak hen toe als iemand met gezag, niet zoals de schriftgeleerden. Er was in de synagoge ook een man die bezeten was door een onreine geest, en hij schreeuwde: ‘Wat hebben wij met jou te maken, Jezus van Nazaret? Ben je gekomen om ons te vernietigen? Ik weet wel wie je bent, de heilige van God.’ Jezus sprak hem streng toe en zei: ‘Zwijg en ga uit hem weg!’ De onreine geest deed de man stuiptrekken en verliet hem met een luide schreeuw. Iedereen was zo verbijsterd dat ze tegen elkaar zeiden: ‘Wat is dit allemaal? Een nieuwe leer met groot gezag! Zelfs als hij onreine geesten een bevel geeft, wordt hij gehoorzaamd.’

De toehoorders waren al zeer onder de indruk van hoe Jezus onderwees vanuit de oude geschriften (bij ons nu bekend als de 39 boeken die samen het Oude Testament vormen, het eerste deel van de Bijbel). Als een gezaghebbende, als iemand die wist waar hij het over had, ja met autoriteit. En als er een confrontatie is met een man die door een onreine (of boze) geest bezet is, dan drijft Jezus die geest uit met één commando. De man is vrij en nu is de massa helemaal ondersteboven van Jezus en de kracht van zijn woorden.

In een andere geschiedenis zien we dat een verlamde man, door vier vrienden bij Jezus wordt gebracht. Vervolgens zegt de Heer, nadat hij hun geloof zag, dat de zonden van de man vergeven zijn. Zijn toehoorders staan perplex, want iedereen weet dat alleen God zonden kan vergeven, hoe kan (en durft) deze man dat dan te zeggen? Om te bewijzen en demonstreren dat hij recht had om dit te zeggen (en dat er ook macht achter zat, dus dat het om meer ging dan slechts woorden), deed Jezus nog iets anders. Niet alleen kan hij geestelijke dingen rechtzetten en tot stand brengen, maar ook in de fysieke wereld kan hij dat! Kijk wat hij doet (en waarom): Wat is gemakkelijker, tot de verlamde te zeggen: Uw zonden worden vergeven, of te zeggen: Sta op en neem uw matras op en wandel? Maar, opdat gij moogt weten, dat de Zoon des mensen macht heeft op aarde zonden te vergeven - zeide Hij tot de verlamde: Tot u zeg Ik, sta op, neem uw matras op en ga naar uw huis. En hij stond op, nam terstond zijn matras op en ging voor aller oog naar buiten, zodat zij allen ontzet waren en God verheerlijkten, zeggende: Zo iets hebben wij nog nooit gezien!Wat is gemakkelijker, tegen een verlamde zeggen: “Uw zonden worden u vergeven” of: “Sta op, pak uw bed en loop”? Ik zal u laten zien dat de Mensenzoon volmacht heeft om op aarde zonden te vergeven.’ Toen zei hij tegen de verlamde: ‘Ik zeg u, sta op, pak uw bed en ga naar huis.’ Meteen stond hij op, pakte zijn bed en ging weg; allen die dit zagen, stonden versteld en loofden God. ‘Zoiets hebben we nog nooit gezien,’ zeiden ze. (Marcus 2:9-12)

Nou om letterlijk te zeggen dat iemand zijn zonden vergeven zijn of dat iemand genezen is, is natuurlijk niet zo moeilijk. Maar we kunnen het erover eens zijn dat het pas werkelijk van betekenis is, als dat dan ook werkelijk gebeurd. We weten allemaal dat door het te zeggen iemand niet zomaar gezond wordt. Jezus zet zijn woorden echter kracht bij door de verlamde te genezen door slechts tot hem te spreken. Daarmee laat hij zien dat ook zijn andere woorden gezag en kracht hebben. En in feite is dit een andere claim van Jezus waardoor hij beweert, maar dus ook laat zien, dat hij (aan) God (de Vader gelijk) is. Dan is er ook nog de geschiedenis met de storm op het meer wat we kunnen lezen in Lucas 8:22-25: En het geschiedde op een van die dagen, dat Hij in een schip ging met zijn discipelen, en Hij zeide tot hen: Laten wij oversteken naar de overkant van het meer; en zij staken van wal. En terwijl zij varende waren, viel Hij in slaap. En er sloeg een stormvlaag neder op het meer en zij kregen water in en verkeerden in nood. Toen kwamen zij en maakten Hem wakker en zeiden: Meester, Meester, wij vergaan! En Hij, wakker geworden, bestrafte de wind en de wilde wateren. En zij kwamen tot rust en het werd stil. En Hij zeide tot hen: Waar was uw geloof? En zij werden bevreesd en zeiden met verbazing tot elkander: Wie is toch deze, dat Hij ook aan de winden en aan het water bevelen geeft en zij Hem gehoorzaam zijn?Op een van die dagen stapte hij in een boot, samen met zijn leerlingen, en zei tegen hen: ‘Laten we naar de overkant van het meer gaan,’ en ze voeren het meer op. Onderweg viel hij in slaap. Er kwam een wervelstorm opzetten, zodat de boot water maakte en dreigde te zinken. Ze maakten hem wakker en riepen: ‘Meester, meester, we vergaan!’ Hij stond op en sprak de wind en de golven bestraffend toe. Daarop ging de wind liggen en kwam het water tot rust. Hij vroeg hun: ‘Waar is jullie geloof?’ De leerlingen waren geschrokken en zeiden vol verbazing tegen elkaar: ‘Wie is hij toch, dat zelfs de wind en het water zijn bevelen gehoorzamen?’

Vergeet ook hier niet dat het om doorgewinterde vissers ging. Dit was niet één of ander klein stormpje waar een echte visser slechts om moet lachen, het was zo hevig dat ze doodsbang waren. Als Jezus eenmaal gewekt is, is hij echter allerminst onder de indruk, hij bestraft de wind en het water en alles werd meteen rustig en stil. Onmogelijk? Voor gewone mensen wel ja, maar niet voor God die in Jezus als mens op aarde wandelde, en ook op het water trouwens!

De rots als fundament

Jezus weet het beter dan wij, hij weet wat het beste voor ons is en gelukkig is dat ook wat hij wil: het beste voor ons. Daarbij heeft hij ook de macht en autoriteit om door slechts te spreken dingen tot stand te brengen. Daarom dringt hij er ook bij ons op aan, om ten eerste naar zijn woorden te luisteren en ten tweede ernaar te handelen. Pas dan hebben wij er wat aan. Wie de woorden van Jezus doet (zijn opdrachten, instructies, geboden en of aanwijzingen), die is als een man die zijn huis bouwt op een rots. Het gaat niet makkelijk, het kost veel moeite en energie om op die manier een woning te creëren. Zo zal het ook niet altijd makkelijk zijn om toegewijd en gehoorzaam aan Jezus te leven, maar het zal al de moeite meer dan waard zijn. Want als er een zware storm komt, zal het huis dat op de rots gebouwd is standhouden in tegenstelling tot een huis dat op het zand werd gebouwd. Als wij op Jezus vertrouwen, door zijn wil te doen, door hem te gehoorzamen, zullen wij uiteindelijk door Gods genade zijn eeuwige Koninkrijk mogen binnengaan. Immers het schriftwoord zegt: Al wie op Hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd uitkomen.Want de Schrift zegt: ‘Wie in hem gelooft, komt niet bedrogen uit.’ (Romeinen 10:11) We mogen dan heerlijk leven met en bij God, in plaats van een leven te leiden dat altijd van God gescheiden is. Wat je geen leven meer kunt noemen omdat het zo afschuwelijk is. Velen van hen die slapen in het stof der aarde, zullen ontwaken, dezen tot eeuwig leven en genen tot versmading, tot eeuwig afgrijzen.Velen van hen die slapen in de aarde, in het stof, zullen ontwaken, sommigen om eeuwig te leven, anderen om voor eeuwig te worden veracht en verafschuwd. (Daniël 12:2)

De woorden van Jezus en wat wij ermee doen hebben dus zelfs invloed op onze eeuwige bestemming! Daarom zegt hij tevens: De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen niet voorbijgaan.Hemel en aarde zullen verdwijnen, maar mijn woorden zullen nooit verdwijnen. (Marcus 13:31) Neem zijn raad ter harte, handel in gehoorzaamheid aan zijn woorden, zodat je bouwt op Jezus. Laten we tot slot nog naar een andere gebeurtenis kijken waar we een opvallend effect zien van de woorden van Jezus. Dit lezen we in Matteüs 21:18-20: Des morgens vroeg, bij zijn terugkeer naar de stad, werd Hij hongerig. En daar Hij een vijgeboom aan de weg zag staan, ging Hij erheen, doch Hij vond niets daaraan, dan alleen bladeren. En Hij zeide tot hem: Nooit groeie aan u enige vrucht meer, in eeuwigheid! En terstond verdorde de vijgeboom. En toen de discipelen dat zagen, verwonderden zij zich en zeiden: Hoe is de vijgeboom zo terstond verdord?Toen hij vroeg in de morgen naar de stad terugkeerde, kreeg hij honger. Langs de weg zag hij een vijgenboom staan. Hij liep ernaartoe, maar er zaten alleen maar bladeren aan. Daarop zei hij tegen de boom: ‘Nooit ofte nimmer zul je meer vrucht dragen!’ Ogenblikkelijk verdorde de vijgenboom. Toen de leerlingen dat zagen, vroegen ze verbaasd: ‘Hoe kan het dat die vijgenboom zo plotseling verdorde?’

Jezus wist dat van zijn woorden kracht uit gaat. Had de Heer hier niet beter wat minder sterke woorden kunnen gebruiken? Want hij vervloekte de vijgeboom en als resultaat daarvan verdorde deze! Dit deed hij echter om ons een heel belangrijke les te leren. Ieder mens kan gered worden (dat is ook Gods wil, zie bijvoorbeeld 1 Timoteüs 2:3-4: Dit is goed en aangenaam voor God, onze Heiland, die wil, dat alle mensen behouden worden en tot erkentenis der waarheid komen.Dat is goed en welgevallig in de ogen van God, onze redder, die wil dat alle mensen worden gered en de waarheid leren kennen.), maar alleen door Jezus aan te nemen als Verlosser en Heer. Dat betekent eigenlijk door een relatie met hem aan te gaan, dankzij Jezus kan onze relatie met God hersteld worden. En het is de bedoeling dat we vanuit die relatie verder leven. Na ons 'ja' tegen Jezus, komt God in ons wonen door de Heilige Geest. Die ons wil helpen en leiden in onze (levens)wandel met God, in het doen van zijn wil. Hoe meer wij verlangend zijn en bezig om de wil van God te doen, hoe meer ruimte de Heilige Geest krijgt om zijn gang met ons te gaan.

Zo werken wij aan de relatie met Jezus. Dit brengt goede werken en resultaten voort die getuigen van onze verbondenheid met en de goedheid van God. Dit is een getuigenis dat ook andere mensen naar Jezus trekt in plaats van ze afstoot. God heeft een hekel aan huichelarij. Hij is niet geïnteresseerd in mensen die instemmen met zijn wil en zeggen dat ze volgelingen van hem zijn, maar waar dit niet blijkt uit de praktijk. Dat is als een (vijge)boom waarvan je denkt dat die vruchten bevat, je ziet immers mooie bladeren en loof (mooie praatjes), maar als je erbij komt dan blijken deze er niet te zijn. Mensen die zo leven, brengen geen vrucht voort, en stoten anderen af van God. Als zij zich niet bekeren dan zijn ook zij vervloekt! En zullen het Koninkrijk van God dan mislopen.

Een aantrekkelijk getuigenis

Evenals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet aan de wijnstok blijft, zo ook gij niet, indien gij in Mij niet blijft. Ik ben de wijnstok, gij zijt de ranken. Wie in Mij blijft, gelijk Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doen. Wie in Mij niet blijft, is buitengeworpen als de rank en is verdord, en men verzamelt ze en werpt ze in het vuur en zij worden verbrand. Indien gij in Mij blijft en mijn woorden in u blijven, vraagt wat gij maar wilt, en het zal u geworden. Hierin is mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht draagt en gij zult mijn discipelen zijn. Gelijk de Vader Mij heeft liefgehad, heb ook Ik u liefgehad; blijft in mijn liefde. Indien gij mijn geboden bewaart, zult gij in mijn liefde blijven, gelijk Ik de geboden mijns Vaders bewaard heb en blijf in zijn liefde.Blijf in mij, dan blijf ik in jullie. Een rank die niet aan de wijnstok blijft, kan uit zichzelf geen vrucht dragen. Zo kunnen jullie geen vrucht dragen als jullie niet in mij blijven. Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Als iemand in mij blijft en ik in hem, zal hij veel vrucht dragen. Maar zonder mij kun je niets doen. Wie niet in mij blijft wordt weggegooid als een wijnrank en verdort; hij wordt met andere ranken verzameld, in het vuur gegooid en verbrand. Als jullie in mij blijven en mijn woorden in jullie, kun je vragen wat je wilt en het zal gebeuren. De grootheid van mijn Vader zal zichtbaar worden wanneer jullie veel vrucht dragen en mijn leerlingen zijn. Ik heb jullie liefgehad, zoals de Vader mij heeft liefgehad. Blijf in mijn liefde: je blijft in mijn liefde als je je aan mijn geboden houdt, zoals ik me ook aan de geboden van mijn Vader gehouden heb en in zijn liefde blijf. (Johannes 15:4-10)

Brengt dan vruchten voort, die aan de bekering beantwoorden. En gaat niet bij uzelf zeggen: Wij hebben Abraham tot vader; want ik zeg u, dat God bij machte is uit deze stenen Abraham kinderen te verwekken. Ook ligt reeds de bijl aan de wortel der bomen. Iedere boom dan, die geen goede vruchten voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen.Breng vruchten voort die een nieuw leven waardig zijn, en zeg niet meteen bij jezelf: Wij hebben Abraham als vader. Want ik zeg jullie: God kan uit deze stenen kinderen van Abraham verwekken! Ja, de bijl ligt al aan de wortel van de boom: iedere boom die geen goede vruchten draagt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen.’ (Lucas 3:8-9)

uitspraak 1 uitspraak 2 uitspraak 3 uitspraak 4 uitspraak 1 uitspraak 2 uitspraak 3 uitspraak 4


 Ga terug naar 'Jezus zei'


 
 
 
 
 
 
 
 
 Ga terug naar 'Jezus zei'

Naar boven